Nominalisaties behorend tot type 1
 
[ 14·8·2 ]
 
Tot het eerste type behoren de volgende nominalisaties:

[1]  Nominalisaties met behulp van een afleiding op -ing (zie ); enkele voorbeelden:

(1) De beperking van de visvangst door de overheid (stelde de vissers teleur.)
(2) De overweging van de minister om af te treden (werd toegejuicht.)
(3) De openbare terechtstelling van de misdadiger (was afschrikwekkend.)



[2]  Nominalisaties met behulp van een afleiding op -atie (zie en 6b). Enkele voorbeelden:

(4) De crematie van Gandhi (werd door veel mensen bijgewoond.)
(5) De reparatie van onze auto (was een koud kunstje.)
(6) De taxatie van het nieuwe huis (nam weinig tijd in beslag.)



[3]  Nominalisaties met behulp van een afleiding zonder toevoegsel (zie ) of met -st (zie ); enkele voorbeelden:

(7) De zang van volksliederen (bekoort niet iedereen.)
(8) Het aanbod van afgeprijsde goederen op de markt (wordt steeds groter.)
(9) De vondst van de schat (maakte de graaf van Monte Christo blij.)



[4]  Nominalisaties met behulp van een afleiding met het voorvoegsel ge- (zie ); enkele voorbeelden:

(10) Peters geschop van de hond (hangt me de keel uit.)
(11) Karins geschilder van portretten (tiranniseert de hele omgeving.)
(12) Leons gewas van kleren op ieder uur van de dag (stoorde niemand.)


Bij nominalisaties van dit type komt het lijdend voorwerp uit de corresponderende zin - indien aanwezig - achter de kern te staan. Het wordt gerealiseerd in de vorm van een voorzetselconstituent die wordt ingeleid door van. Vergelijk (13a) met (13b):

(13a) De terechtstelling van de misdadiger (was afschrikwekkend.)
(13b) De misdadiger terechtstelling (was afschrikwekkend.)   <<uitgesloten>>

Ook het indirect object (meewerkend of belanghebbend voorwerp) uit de corresponderende zin moet achter de kern in de nominalisatie komen te staan. Vergelijk (14a) met (14b):

(14a) De schenking van kadobonnen aan de jarige (was een goed idee.)
(14b) De jarige schenking van kadobonnen (was een goed idee.)   <<uitgesloten>>

Het onderwerp uit de corresponderende zin kan op twee manieren in deze nominalisatie gerealiseerd worden:

·   als naamwoordelijke constituent;
     In deze hoedanigheid staat het onderwerp als determinator voor de kern, bijv.:

(15) Piets vlucht
(16) Karels kroning

Opmerking



·   als voorzetselconstituent die wordt ingeleid door het voorzetsel door of van;
     In deze hoedanigheid staat het onderwerp achter de kern. Voorbeelden:

(17) De vlucht van de misdadigers uit de gevangenis (verbaasde niemand.)
(18) De kroning van Karel door de paus (was een heel spektakel.)


In het algemeen geldt overigens dat voorzetselconstituenten in dit type nominalisatie achter de kern moeten staan; vergelijk:

(19a) De verstrekking van kortingsbonnen in een supermarkt (werd gewaardeerd.)
(19b) De in een supermarkt verstrekking van kortingsbonnen (werd gewaardeerd.)   <<uitgesloten>>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina