Inleiding
 
[ 14·4·1 ]
 
1 De determinator van een naamwoordelijke constituent legt een relatie tussen de verzameling aangeduid door de kern (eventueel aangevuld met toevoegingen of complementen) van de naamwoordelijke constituent en de verzameling aangeduid door een werkwoordelijke constituent. Wat we hiermee bedoelen proberen we aan de hand van een paar voorbeelden duidelijk te maken:

In voorbeeld (1) staat onder a de kern (mannen) van de naamwoordelijke constituent twee mannen en onder b de werkwoordelijke constituent van de zin. Twee is de determinator van de naamwoordelijke constituent twee mannen. De kern geeft aan dat het om de verzameling mannen gaat. De determinator twee legt een relatie tussen deze verzameling mannen en de verzameling wezens die lachen. We zouden voorbeeldzin (1) ook als figuur 1 kunnen weergeven:

Figuur 1

a is de verzameling mannen en b is de verzameling wezens die lachen. Het gearceerde deel ab is de verzameling wezens die zowel man zijn als lachen. In het voorbeeld zijn dat er twee: twee mannen lachen. De letter d geeft het discussiedomein aan. Zinnen worden namelijk in een bepaalde situatie geuit, dus met betrekking tot een bepaald discussiedomein.
     We zien dat de hoeveelheidsinformatie die door de determinator wordt gegeven zowel een deel van verzameling a (mannen) als een deel van verzameling b'wezens die lachen' betreft. Immers, als er twee mannen lachen, dan zijn er ook twee lachenden.
     Een figuur zoals figuur 1 geeft het algemene schema voor een determinator. Hierin wordt een relatie tussen a en b tot uitdrukking gebracht. Iedere determinator geeft informatie over ab.
     Een tweede voorbeeld is:

(2) De duikboot bracht twee tankers tot zinken.

In voorbeeld (2) zijn er twee naamwoordelijke constituenten die allebei ingeleid worden door een determinator. Beide kunnen weer worden weergegeven met behulp van een figuur met ab.
     De determinator de, die de naamwoordelijke constituent de duikboot inleidt, legt een relatie tussen de verzameling duikboten (aangeduid door de kern van de naamwoordelijke constituent) en de verzameling dingen die twee tankers tot zinken gebracht hebben (aangeduid door de werkwoordelijke constituent). We geven dit weer in figuur 2:

Figuur 2

a geeft de verzameling duikboten weer en b de verzameling dingen die twee tankers tot zinken gebracht hebben. Het gearceerde deel ab is de verzameling dingen die zowel duikboot zijn als twee tankers tot zinken hebben gebracht. In dit geval bevat ab precies één duikboot en wel één die al is geïntroduceerd, getuige het gebruik van het lidwoord van bepaaldheid de (zie en ).
     De determinator twee, die de naamwoordelijke constituent twee tankers inleidt, legt op zijn beurt een relatie tussen de verzameling tankers (aangeduid door de kern van de naamwoordelijke constituent) en de verzameling dingen die tot zinken zijn gebracht (aangeduid door de rest van de werkwoordelijke constituent). We geven dit weer in figuur 3:

Figuur 3

a geeft de verzameling tankers weer en b de verzameling dingen die tot zinken zijn gebracht. Het gearceerde deel ab geeft de verzameling dingen weer die zowel een tanker zijn als tot zinken zijn gebracht. In dit geval zijn dat er twee: twee tankers zijn tot zinken gebracht.
     Wanneer de determinator nu een deelverzameling aangeeft die niet leeg is en ook niet samenvalt met de verzameling aangeduid door de kern (met eventuele toevoegingen en complementen), zeggen we dat de naamwoordelijke constituent gespecificeerd is ten aanzien van kwantiteit. We illustreren dit aan de hand van nog een voorbeeld:

(3) Sommige mensen zijn heel gelukkig.

In voorbeeld (3) is sommige de determinator van de naamwoordelijke constituent sommige mensen. De determinator sommige legt de relatie tussen de verzameling mensen (aangeduid door de kern van de naamwoordelijke constituent) en de verzameling wezens die heel gelukkig zijn (aangeduid door de werkwoordelijke constituent). Sommige geeft hierbij aan dat ab een deelverzameling van de verzameling mensen is waarin minstens één individu zit. Er is een overlapping tussen a en b. Niet alle elementen in a (dat wil zeggen niet alle mensen) zijn namelijk opgenomen in de verzameling b (i.e. wezens die gelukkig zijn):

Figuur 4

De verzameling ab (dat is de overlapping tussen a en b) geeft die wezens aan die mens zijn en tevens heel gelukkig zijn. We zeggen nu dat de naamwoordelijke constituent sommige mensen gespecificeerd is ten aanzien van kwantiteit. De determinator geeft immers een deelverzameling van a weer (het gearceerde deel ab). Andere voorbeelden van determinatoren waarbij de naamwoordelijke constituent gespecificeerd is ten aanzien van kwantiteit zijn:

(4) drie grote bomen
(5) zijn oude fiets

Een determinator kan ook een deelverzameling van a aanduiden die samenvalt met de hele verzameling a die door de kern wordt genoemd ((6) en (7)), of juist geen enkele deelverzameling van a aanduiden (8). In beide gevallen zeggen we dat de naamwoordelijke constituent dan niet gespecificeerd is ten aanzien van kwantiteit. We geven enkele voorbeelden en verhelderen deze aan de hand van figuren:

(6) Alle kanaries hebben een snavel.
(7) Iedere kip legt eieren.
(8) Geen haan kraait ernaar.

Figuur 5

In figuur 5 duidt a de verzameling kanaries aan en b de verzameling wezens die een snavel hebben. De determinator alle legt de relatie tussen verzameling a en b. We zien nu dat alle kanaries (verzameling a) vervat zijn in de verzameling van wezens die een snavel hebben (verzameling b). a valt dus samen met ab (de verzameling van wezens die zowel kanarie zijn als een snavel hebben). Hetzelfde geldt m.m. voor (7).

Figuur 6

In figuur 6 geeft a de verzameling hanen weer en b de verzameling wezens die ergens naar kraaien. De determinator geen laat zien wat de relatie tussen deze twee verzamelingen is. We zien dat in verzameling b geen enkel element uit verzameling a vervat is. De verzameling van wezens die zowel haan zijn als ergens naar kraaien, zeg ab, is met andere woorden leeg.
 
2 Naast informatie ten aanzien van de kwantiteit van een naamwoordelijke constituent bevat een determinator ook informatie ten aanzien van de bepaaldheid of categorialiteit ervan. Vergelijk de volgende zinnen:

(9a) Ik verkoop een zeefdruk van H.N. Werkman.
(9b) Ik verkoop de zeefdruk van H.N. Werkman.

In zin (9a) is er sprake van een onbepaalde naamwoordelijke constituent en in zin (9b) van een bepaalde naamwoordelijke constituent. Dit komt tot uitdrukking doordat in (9a) het lidwoord een gebruikt is en in (9b) het lidwoord de.
     Bij 'kale meervouden', zoals in de onderstaande voorbeelden, kan er sprake zijn van een onbepaalde (10) of categoriale (11) naamwoordelijke constituent:

(10) Er zitten daar vogels in de boom.
(11) Vogels hebben veren.

Zie voor een verdere uiteenzetting hierover .
 
3 Tot slot kan de determinator ook informatie bevatten over het genus van het kernwoord van een naamwoordelijke constituent (een de-woord of een het -woord):

(12) de man (mannelijk)
(13) de vrouw (vrouwelijk)
(14) het paard (onzijdig)

Zie hiervoor .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina