Algemene inleiding
 
[ 14·1 ]
 
1 Een naamwoordelijke constituent is een constituent die bestaat uit een substantief (bijv. boom) of een zelfstandig voornaamwoord (bijv. iemand) als kern met eventueel een of meer begeleidende elementen daarbij. Voorbeelden van naamwoordelijke constituenten zijn (de kern is steeds gecursiveerd):

(1) een grote boom
(2) een leren bureaustoel met armleuningen
(3) iemand die ik ken
(4) Melk (is goed voor elk.)

De kern van een naamwoordelijke constituent kan ook gevormd worden door gesubstantiveerde woorden die oorspronkelijk tot een andere woordsoort behoren (zie (5)), door in hun geheel gesubstantiveerde andere constituenten (zie (6)) en door zelfstandig gebruikte adjectieven en telwoorden (zie respectievelijk (7) en (8)). Ook dan spreken we van een substantivische kern. Voorbeelden hiervan zijn:

(5) het onverbiddelijke nee
(6) dat steeds maar heen en weer lopen
(7) die gele daar
(8) de derde van links

De begeleidende elementen zijn onder te verdelen in determinatoren (zie ), toevoegingen (zie ) en complementen (zie ). Komt een toevoeging vóór de kern voor, dan spreken we van voorbepaling (bijv. grote in (1)). Komt ze na de kern dan spreken we van nabepaling (bijv. de betrekkelijke bijzin die ik ken in (3)).
     Omdat de begeleidende elementen bij een naamwoordelijke constituent met een substantivische kern anders van aard zijn dan de begeleidende elementen bij een naamwoordelijke constituent met een zelfstandig voornaamwoord als kern (een voornaamwoordelijke kern) zullen we bij de bespreking van deze elementen vermelden bij welk type kern ze voorkomen.
 
2 Dikwijls hebben de elementen van een naamwoordelijke constituent een vaste plaats in de constituent. Dit kan gedemonstreerd worden met het volgende voorbeeld:

(9) een dik boek over grammatica

Deze constituent wordt ingeleid door een determinator: het lidwoord een, gevolgd door een voorbepaling: het adjectief dik. Vervolgens krijgen we de kern: het substantief boek, waarna nog een complement komt: de voorzetselconstituent over grammatica. Geen van de genoemde elementen kan hier een andere plaats innemen. Anders gezegd: de volgorde van de woorden kan in deze constituent niet veranderd worden. Bij de gedetailleerde beschrijving van de plaats van de verschillende elementen verderop in dit hoofdstuk zal echter blijken dat de woordvolgorde in de naamwoordelijke constituent niet altijd zo strikt is.
 
3 Een probleem op zichzelf vormt de onderlinge afhankelijkheidsrelatie van de diverse mogelijke elementen. In een complexe constituent als:

(10) die zware kisten vuurwerk van je oom

valt bijv. niet zo eenvoudig uit te maken of zware een voorbepaling is bij kisten alleen dan wel bij kisten vuurwerk samen. Of moet vuurwerk beschouwd worden als een nabepaling bij het geheel (die) zware kisten? Ook is het niet zonder meer duidelijk of van je oom een nabepaling is bij kisten alleen of bij kisten vuurwerk samen, dan wel alleen bij vuurwerk. Context en situatie kunnen hier soms uitsluitsel geven. Dergelijke kwesties achten wij niet van direct praktisch belang. Op de hiërarchie van de verschillende elementen van een naamwoordelijke constituent wordt dan ook alleen ingegaan als daar consequenties voor de plaatsing uit voortvloeien.
 
4 In dit hoofdstuk geven we eerst aan hoe een naamwoordelijke constituent is opgebouwd (zie ). In en zullen we uiteenzetten welke elementen vóór de kern kunnen of moeten komen en in en welke elementen erachter kunnen of moeten staan. We zullen daarbij steeds vermelden welke plaats (eventueel: welke plaatsen) de verschillende elementen in de naamwoordelijke constituent innemen.
     Daaraan voorafgaand besteden we in aandacht aan het onderscheid tussen bepaalde, onbepaalde, categoriale en generieke naamwoordelijke constituenten.
     Een aparte behandeling krijgen combinaties van twee substantieven zoals generaal Eisenhower (zie ) en nominalisaties (zie ).
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina