Constituenten in groter verband
 
[ 13·4 ]
 
In hebben we laten zien dat er verschillende niveaus zijn waarop constituenten kunnen functioneren: op zinsniveau of op enig niveau daaronder. Ter afsluiting van dit algemene en inleidende hoofdstuk sommen we de voornaamste gebruiksmogelijkheden die constituenten hebben op, telkens geïllustreerd met voorbeelden.

[1]  Een naamwoordelijke constituent kan optreden:

·   in een zin, als zinsdeel, bijv.:

(1) Deze grammatica is bepaald niet goedkoop.
(2) Ik heb twee interessante artikelen gelezen.



·   als deel van een grotere naamwoordelijke constituent, bijv.:

(3) (Naast de schuur stond) een volle mand groene appels.



·   als deel van een adjectivische constituent, bijv.:

(4) (Jeroen en Bregje hebben) een uur lang (samen gespeeld).


Een apart geval is het voorkomen van een naamwoordelijke constituent in combinatie met een voorzetsel, waardoor een voorzetselconstituent ontstaat:

(5) (Ze leest een boek) over het ontstaan van de aarde.



[2]  Een adjectivische constituent kan optreden:

·   in een zin, als zinsdeel, bijv.:

(6) Het boek is behoorlijk duur.



·   als deel van een naamwoordelijke constituent, bijv.:

(7) (Ik vind het) een heel interessant boek.




[3]  Een bijwoordelijke constituent kan optreden:

·   in een zin, als zinsdeel, bijv.:

(8) Die jongen is vrij vaak ziek.



·   als deel van een adjectivische constituent, bijv.:

(9) (Het is een) veel te ingewikkelde (tekst).




[4]  Een voorzetselconstituent kan optreden:

·   in een zin, als zinsdeel, bijv.:

(10) We wachten nu al uren op jou.
(11) Wanneer gaan jullie naar huis?



·   als deel van een naamwoordelijke constituent, bijv.:

(12) (Hebt u ook) boeken over het ontstaan van de aarde?



·   als deel van een adjectivische constituent, bijv.:

(13) Uitzinnig van vreugde (gingen de supporters de straat op.)




[5]  Een werkwoordelijke constituent treedt alleen op als constituerend deel van een zin, bijv.:

(14) (Moeder) zit een tijdschrift te lezen.
(15) Morgen moet (onze secretaris) voor een vergadering naar Brussel.
(16) (Het directiecomité) heeft gisteravond het besluit aan de werknemers meegedeeld.

Zoals uit de voorbeelden moge blijken maken volgens de definitie in dit boek alle zinsdelen behalve het onderwerp deel uit van de werkwoordelijke constituent. In imperatiefzinnen omvat de werkwoordelijke constituent alles, bijv.:

(17) Ga onmiddellijk weg!



 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina