|
Het beklemtoonde achtervoegsel -esk wordt geplaatst achter
voorwerpsnamen, met name achter substantieven die mannelijke personen
aanduiden (zowel soortnamen als eigennamen), bijv.:
cabarettesk,
carnavalesk,
clownesk,
dandyesk,
dantesk,
donjuanesk,
gigantesk,
pantagruelesk,
regentesk,
soldatesk.
Dergelijke formaties zijn beperkt tot intellectueel (onder andere literair
en journalistiek) proza. Ze zijn vaak uit andere talen overgenomen. Hun
betekenis kan omschreven worden als 'de eigenschappen die aan het door het
grondwoord genoemde toegekend worden, bezittend of vertonend' en als
zodanig zijn ze verwant met de adjectieven op -achtig
). Ten opzichte van de afleidingen op -achtig hebben ze
een enigszins subjectieve, soms ironische, gebruikswaarde. Vergelijk in dit
verband bijv. ook het gewone
gigantisch met
gigantesk. Niet tot de genoemde categorie behoren woorden als
burlesk,
grotesk,
pittoresk,
romanesk
. Het type is productief te noemen bij eigennamen, bijv.
een Reaganeske aanpak van de economische problemen
. Namen die op de sjwalettergrepen -ens, -es of
-je(n)s eindigen (zoals
Hermkens,
Mertens,
Sipkes of
Zwartjes
) komen niet of nauwelijks voor dit afleidingsprocédé in aanmerking.
Voorzover -esk aan namen op -els of
-ers (allebei met een sjwa, bijv.
Pauwels,
Evers) toegevoegd wordt, valt de -s in het afgeleide
adjectief weg.
|
|