Het achtervoegsel -esk
 
[ 12·4·2·3·5·d ]
 
Het beklemtoonde achtervoegsel -esk wordt geplaatst achter voorwerpsnamen, met name achter substantieven die mannelijke personen aanduiden (zowel soortnamen als eigennamen), bijv.:

cabarettesk, carnavalesk, clownesk, dandyesk, dantesk, donjuanesk, gigantesk, pantagruelesk, regentesk, soldatesk.

Dergelijke formaties zijn beperkt tot intellectueel (onder andere literair en journalistiek) proza. Ze zijn vaak uit andere talen overgenomen. Hun betekenis kan omschreven worden als 'de eigenschappen die aan het door het grondwoord genoemde toegekend worden, bezittend of vertonend' en als zodanig zijn ze verwant met de adjectieven op -achtig ). Ten opzichte van de afleidingen op -achtig hebben ze een enigszins subjectieve, soms ironische, gebruikswaarde. Vergelijk in dit verband bijv. ook het gewone gigantisch met gigantesk. Niet tot de genoemde categorie behoren woorden als burlesk, grotesk, pittoresk, romanesk . Het type is productief te noemen bij eigennamen, bijv. een Reaganeske aanpak van de economische problemen . Namen die op de sjwalettergrepen -ens, -es of -je(n)s eindigen (zoals Hermkens, Mertens, Sipkes of Zwartjes ) komen niet of nauwelijks voor dit afleidingsprocédé in aanmerking. Voorzover -esk aan namen op -els of -ers (allebei met een sjwa, bijv. Pauwels, Evers) toegevoegd wordt, valt de -s in het afgeleide adjectief weg.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina