Oude samenkoppelingen
 
[ 12·3·2·8·iii ]
 
Enkele door het voegwoord en nevengeschikte substantieven, zogenaamde samenkoppelingen, gedragen zich als normale substantivische samenstellingen, waarvan het laatste lid als hoofd fungeert: kop-en-schotel, meervoud kop-en-schotels; paard-en-wagen, meervoud paard-en-wagens.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina