Gesubstantiveerde infinitieven
 
[ 12·3·1·2·2·b ]
 
Voorbeelden van gesubstantiveerde infinitieven zijn:

(het) begroeten, eten, fabriceren, kapen, maaien, ontwaken, opnemen, schrijven, typen, weglopen, zijn, zingen.

De genoemde substantieven geven een werking of een handeling weer. Men noemt ze nomina actionis (enkelvoud: nomen actionis) of handelingssubstantieven. Een aantal daarvan kunnen daarnaast ook als concreet substantief voorkomen, bijv. (het) eten, (het) drinken, (ons) schrijven in respectievelijk de zinnen:

(3) Het eten staat op tafel.
(4) Heb je het drinken al uit de koelkast gehaald?
(5) In ons schrijven van 7 december jl. deelden wij u mee dat de voorzitter van de vereniging ontslag genomen heeft.

Opmerking 1


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina