Met een adjectief als grondwoord
 
[ 12·3·1·2·1 ]
 
Door substantivering van onverbogen adjectieven kunnen in bepaalde gevallen concrete en abstracte substantieven gevormd worden. We merken hierbij echter op dat het vaak niet uit te maken is of een adjectief als basis voor een substantivische afleiding heeft gediend, dan wel of een substantief het uitgangspunt is voor een adjectief. Substantieven van het bedoelde type zijn:

(het) complex, (het) geheim, (de) gek, (het) jong, (het) kwaad, (het) lek, (het) naakt, (het) vet, (het) zout.

Tot dit type kunnen ook een aantal persoonsnamen gerekend worden, afgeleid van vreemde woorden, zoals:

(de) crimineel, (de) intellectueel, (de) katholiek, (de) komiek, (de) liberaal, (de) primitief, (de) virtuoos, (de) anti-revolutionair.

Het procédé is alleen productief voor de vorming van:

·   namen van talen, zoals (het) Baskisch, (het) Frans, (het) Gents, (het) Gronings, (het) Zweeds ;

·   namen van kleuren, zoals (het) blauw, (het) geel, (het) rood, (het) wit , bijv. in:

(1) Het rood in dit schilderij doet nogal paars aan.
(2) Ze was helemaal in het wit gekleed.


Voor gevallen als (de) dove, overledene, zieke en dergelijke zie .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina