|
Tot dit type samenstellende afleiding zijn te rekenen:
doorgeuren,
doorstrepen,
omarmen,
omcirkelen,
ommuren,
omrasteren,
omwallen,
overbruggen,
overkappen,
overschaduwen.
De betekenis hiervan kan heel algemeen aangegeven worden als 'door/om/over
iets heen voorzien of voorzien zijn van wat het substantief noemt'. De
gegeven voorbeelden dragen het accent op het substantivische element en
zijn onscheidbaar.
Daarnaast komen een aantal vormingen met beklemtoond in- voor,
onder meer
inkapselen,
inkelderen, met de betekenis 'plaatsen in wat het substantief noemt'.
Een ander voorbeeld met deze betekenis is
inroosteren ('in het lesrooster zetten'), gebruikelijk in
onderwijskringen (daartegenover staat dan:
uitroosteren, bijv. wegens ziekte). Deze werkwoorden zijn scheidbaar,
evenals
inpolderen, dat betekent 'tot polder maken'.
Een aantal werkwoorden die in betekenis met de vorige overeenkomen, zoals
dooráderen,
doorzóuten,
onderstíppelen,
onderstrépen,
omkránsen
(allemaal onscheidbaar) en
ínlijsten (scheidbaar), en waarnaast ongelede pendanten met
vergelijkbare betekenis voorkomen, kunnen (ook) beschouwd worden als
samenstellingen met als tweede lid een werkwoord dat gevormd is op basis
van een substantief
.
Vergelijk ook met afleidingen met be-
.
|
|