Werkwoordsstam + substantief
 
[ 12·2·3·2 ]
 
Voorbeelden van dit type samenstellende afleiding zijn:

klappertanden, klapwieken, knarsetanden, knikkebenen, knikkebollen, knipogen, kwispelstaarten, likkebaarden, plukharen, reikhalzen, schokschouderen, schuddebollen, schuimbekken, staarogen, suizebollen, stampvoeten, traanogen, trekbenen, trekkebekken.

Zoals uit de gegeven voorbeelden blijkt treedt bij dit eerste type soms een tussenklank op. Het accent ligt bij deze samenstellende afleidingen op het eerste lid. De betekenis kan omschreven worden als 'met het door het substantief genoemde doen wat het werkwoord uitdrukt', bijv. 'klapperen met de tanden/kwispelen met de staart, enz.'. Een drietal samenstellende afleidingen drukt een objectsverhouding uit, te weten kortoren, kortstaarten, kortwieken . Het procédé is niet productief. Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina