achterop-
 
[ 12·2·2·2·iii·2·c ]
 
Het bijwoord achterop wordt gecombineerd met werkwoorden die een beweging uitdrukken. Naast werkwoorden als achteropkomen en achteroplopen kan men bijvoorbeeld ook vormen: achteropfietsen, achteropzwemmen . De betekenis die deze vormingen gemeen hebben is 'iemand die voorgaat, inhalen en dan vergezellen'.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina