|
|
achterom-
|
[ 12·2·2·2·iii·2·b ]
|
|
Het bijwoord achterom wordt vooral gecombineerd met
werkwoorden die een 'zien' of 'kijken' uitdrukken. Het procédé is
productief. Naast
achteromkijken en
achteromzien kan men ook vormen
achteromblikken,
achteromloeren, enz. als in:
|
(1)
|
Hij blikte nog een laatste keer achterom.
|
De betekenis komt overeen met de vormingen met om-
.
|
|
|
|