|
|
Afleiding door middel van een combinatie van een voorvoegsel en een
achtervoegsel
|
[ 12·2·1·5 ]
|
|
Een aantal overgankelijke werkwoorden is opgebouwd uit het voorvoegsel
be-, een substantief en het achtervoegsel -ig. De
betekenis ervan kan omschreven worden als 'iets of iemand geven wat het
substantief noemt'. Het procédé is onproductief. Voorbeelden zijn
beangstigen (van angst; mogelijk ook van
angstig afgeleid),
beëindigen (van einde of eindig; hiernaast
ook het onovergankelijke
eindigen),
begenadigen (van genade of genadig),
begiftigen (van gift),
bemoedigen (van moed of moedig),
bespoedigen (van spoed of spoedig),
bevredigen (van vrede of vredig).
Vergelijk
.
|
|
|
|