|
Het achtervoegsel -ig treedt op na substantieven ter vorming
van overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden die een handeling
uitdrukken die op enigerlei wijze met het grondwoord in verband gebracht
kan worden: het van steen afgeleide
stenigen betekent 'door het werpen met stenen ter dood brengen'. De
betekenis van de met -ig afgeleide werkwoorden is echter niet
systematisch te beschrijven. Als voorbeelden van vormingen volgens dit
niet-productieve procédé kunnen voorts genoemd worden:
eindigen,
kruisigen,
pijnigen,
tuchtigen,
zondigen.
In het laatstgenoemde werkwoord is de laatste klinker van het grondwoord
(zonde) in de afleiding verdwenen.
|
|