|
|
Met een adjectief als grondwoord
|
[ 12·2·1·3·1·d ]
|
|
Een klein aantal overgankelijke werkwoorden is opgebouwd uit het
voorvoegsel be- plus een adjectief. Ze betekenen: 'in de
toestand brengen die het adjectief uitdrukt'. Het procédé is niet
productief. Tot dit type behoren:
beangstigen,
bevuilen en beveiligen
Onovergankelijk is
bekoelen, met de betekenis 'in een koele toestand raken'.
Het onovergankelijke werkwoord
bezuinigen is, evenals de bovengenoemde werkwoorden, opgebouwd uit
be- en een adjectief. De betekenis wijkt evenwel af van die
van genoemde werkwoorden. Het betekent namelijk 'zuiniger (gaan) doen' bijv.
in:
|
(2)
|
Ook wij zullen moeten gaan bezuinigen.
|
Sommige van deze werkwoorden kunnen ook als afleidingen op basis van een
substantief beschouwd worden
.
|
|
|
|