|
|
Voorzetseluitdrukkingen
|
[ 9·2·4 ]
|
|
Voorzetseluitdrukkingen zijn lexicaal gefixeerde groepen (ingeleid door een
voorzetsel) die in hun geheel de functie van een voorzetsel vervullen. Zo
zijn in (1) en (2) de groepen op grond
van en aan de hand van als
voorzetseluitdrukkingen te beschouwen omdat ze gelijkgesteld kunnen worden
met de voorzetsels wegens, respectievelijk met:
|
(1)
|
Op grond van haar grote verdiensten werd zij in de adelstand
verheven.
|
|
(2)
|
Aan de hand van deze plattegrond zul je je wel kunnen oriënteren.
|
Groepen als deze kunnen vaak ook een andere, letterlijke betekenis hebben,
zoals in (3) en (4); het zijn dan geen
voorzetseluitdrukkingen:
|
(3)
|
We bouwen hier op grond van de gemeente Wymbritseradeel.
|
|
(4)
|
Het kindje liep aan de hand van zijn moeder.
|
Voorzetseluitdrukkingen zijn (enkele uitzonderingen daargelaten) niet
varieerbaar (bijv. door toevoeging van bepalingen). In (3) is
op grond van bijv. uitbreidbaar tot op momenteel
voor een redelijke prijs verkrijgbare grond van, en in
(4) is aan de hand van bijv. uitbreidbaar
tot aan de grote, veilige hand van. In (1)
is op grond van daarentegen niet uit te breiden tot bijv.
op weloverwogen grond van, en in (2) kan men
aan de hand van niet uitbreiden tot bijv. aan de
overzichtelijke hand van.
Toch is de categorie van de voorzetseluitdrukkingen op deze manier niet in
alle gevallen duidelijk af te bakenen. Niet altijd is een groep die
gewoonlijk als voorzetseluitdrukking beschouwd wordt, door een voorzetsel
te vervangen (bijv. niet
in antwoord op,
bij monde van of
met medeweten van). Bovendien is in een enkel geval een
voorzetseluitdrukking ook wel uitbreidbaar. Zo is naast
(het Concertgebouworkest) onder leiding van...'
bijvoorbeeld ook mogelijk:
(het Concertgebouworkest) onder de eminente leiding van...
.
Voorzetseluitdrukkingen komen ook hierin met voorzetsels overeen, dat ze
vrijwel altijd vóór de constituent of bijzin staan waar ze bij horen.
Slechts in een enkel geval komt achterplaatsing voor. Zo bijv.
ten spijt in:
|
(5)
|
Het mooie weer ten spijt zijn we de hele dag binnen gebleven.
|
We zouden hier dus van een 'achtergeplaatste voorzetseluitdrukking' kunnen
spreken, maar deze term is niet gebruikelijk.
|
|
|
|