Bijzinnen
 
[ 8·6·3·2·ii ]
 
Als een passieve zin een bijzin als onderwerp heeft (onderwerpszin) en die bijzin niet op de eerste zinsplaats van de hoofdzin staat, begint de passieve zin ofwel met presentatief er (zie (1)), ofwel met het voorlopig onderwerp het (zie (2)), bijv.:

(1) Er wordt beweerd dat hij gefraudeerd heeft.
(2) Het wordt betreurd dat hij gefraudeerd heeft.

Zie hiervoor .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina