|
|
Algemene inleiding
|
[ 7ยท1 ]
|
1 |
Naar de betekenis zijn telwoorden of numeralia (in het enkelvoud: numerale)
woorden die het aantal of het (rang)nummer van een zelfstandigheid aangeven.
Telwoorden die het aantal of het nummer noemen zijn
hoofdtelwoorden (of: cardinalia),
telwoorden die de rangorde van iets in een reeks aangeven heten
rangtelwoorden (of: ordinalia).
Voorbeelden hiervan zijn respectievelijk
drie en
zevende in
de drie koningen
,
bladzijde drie
en
het zevende zegel
. Wordt het precieze aantal of (rang)nummer genoemd, zoals in de
voorbeelden hiervoor, dan spreekt men van
bepaalde telwoorden. Wordt een niet
nader gespecificeerd aantal of (rang) nummer genoemd, dan spreekt men van
onbepaalde telwoorden. Voorbeelden
van onbepaalde telwoorden zijn
veel en
zoveelste in respectievelijk de constituenten
veel meisjes
en
het zoveelste ongeluk
.
|
|
2 |
Formeel bestaan de telwoorden uit een beperkte groep van woorden, op basis
waarvan alle andere door middel van afleiding of samenstelling gevormd
kunnen worden.
|
|
3 |
Een gemeenschappelijk syntactisch aspect van de hoofdtelwoorden is dat ze
als determinerend element deel kunnen uitmaken van een naamwoordelijke
constituent, bijv.
drie in
drie zulke boeken
of in
die drie boeken
. Ze kunnen zelf nader bepaald worden door diverse elementen, bijv.
precies honderd (jaar)
,
zowat vijftig (keer)
,
een goede twintig (pagina' s)
,
. Rangtelwoorden kunnen onder meer als voorbepaling in een
naamwoordelijke constituent optreden, bijv.
tweede in
een tweede huis
.
|
|
|
|