|
|
De vormen
|
[ 5·7·2 ]
|
|
Een overzicht van de niet-zelfstandige en de zelfstandige vormen van de
vragende voornaamwoorden wordt respectievelijk in
schema 5.14 en schema 5.
15 gegeven.
schema 5.14: De niet-zelfstandige vragende
voornaamwoorden.
enkelvoud |
m.b.t. het
-woorden
|
welk;
wat voor (een) |
m.b.t. de
-woorden
|
welke;
wat voor (een) |
meervoud |
welke;
wat voor (een) |
schema 5.15: De zelfstandige vragende
voornaamwoorden.
vragend naar personen |
wie;
welk(e);
wat voor (een) |
vragend naar niet-personen |
wat (
watte);
welk(e);
wat voor (een) |
Niet in de schema's opgenomen zijn de genitiefvormen wiens en
wier
.
|
|
|
|