Bijwoorden op -een als equivalenten van 'voorzetsel + elkaar'
 
[ 5·4·4 ]
 
Naast de combinaties van de voorzetsels

aan, achter, bij, door, in, op en uit

met elkaar, komen ook de bijwoorden

aaneen, achtereen, bijeen, dooreen, ineen, opeen en uiteen

voor. Deze woorden zijn vaak het eerste deel van een scheidbaar werkwoord ). Ze behoren dikwijls tot formele taal of tot het regionale taalgebruik (in dit laatste geval met name in Belgisch Nederlands voorkomend). Voorbeelden:

(1) Deze woorden schrijven we meestal aaneen.   <formeel>
(2) Maanden achtereen heeft hij me elke avond opgebeld.
(3) Het gezelschap kwam om acht uur bijeen.   <formeel>
(4) Toen zij te Bethlehem kwamen, daar schoten drie stralen dooreen.   <formeel>
(5) De man zeeg ineen.   <formeel>
(6) Ze stapelde de schotels opeen.   <formeel, regionaal>
(7) De menigte ging uiteen.

Opmerking


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina