De vormen
 
[ 5·2·8·1 ]
 
De genitiefvormen van het persoonlijk voornaamwoord worden vermeld in schema 5.4. schema 5.4: De genitiefvormen van het persoonlijk voornaamwoord. 1

-er -s
enkelvoud 1ste persoon mijner mijns
2de persoon uwer uws
3de persoon mannelijk zijner zijns
3de persoon vrouwelijk harer haars
meervoud 1ste persoon onzer ons
2de persoon uwer uws
3de persoon mannelijk hunner huns
3de persoon vrouwelijk hunner, harer huns, haars

1 Zie toelichting in .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina