De vormen
 
[ 5·2·4·1 ]
 
De vormen van de tweede persoon van het persoonlijk voornaamwoord worden vermeld in schema 5.2. schema 5.2: De persoonlijke voornaamwoorden van de tweede persoon. 1

onderwerpsvorm niet-onderwerpsvorm
vol gereduceerd vol gereduceerd
enkelvoud je -vormen jij je jou je
u -vormen u u
ge -vormen gij ge u
meervoud je-vormen jullie jullie
u -vormen u u
ge -vormen gij ge u

1 Zie toelichting in de tekst. Voor het onderscheid tussen je-, u - en ge-vormen zie men .
     De u-vormen kunnen (ook als ze niet aan het begin van een zin staan) met een hoofdletter gespeld worden. Spelling met een kleine letter is tegenwoordig echter zeer gebruikelijk.
     In plaats van het meervoudige jullie komt soms je voor; zie hierover .
     Als archaïsche vormen , die nauwelijks nog gebruikt worden, komen voor: jelui in plaats van jullie, gijlieden in plaats van het meervoudige gij.
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina