|
|
De vormen
|
[ 5·2·3·1 ]
|
|
De vormen van de eerste persoon van het persoonlijk voornaamwoord worden
vermeld in schema 5.1.
schema 5.1: De persoonlijke voornaamwoorden
van de eerste persoon.
1
|
onderwerpsvorm |
niet-onderwerpsvorm |
vol |
gereduceerd |
vol |
gereduceerd |
enkelvoud |
ik,
ikke |
'k |
mij |
me |
meervoud |
wij |
we |
ons |
De in schema 5.1 als 'k gespelde
gereduceerde enkelvoudige onderwerpsvorm kan als sjwa + k en
als k worden uitgesproken: het eerste vooral na medeklinkers (
heb 'k
,
toen 'k
), het tweede vooral voor medeklinkers en na klinkers (
' k zou
,
zou 'k
).
|
|
|
|