Met een onbepaald lidwoord
 
[ 4·6·1·2·ii ]
 
Een onbepaald lidwoord kan voor iedere combinatie van bepaling en eigennaam voorkomen. Voorbeelden:

(1) Een vermoeide Den Uyl stond de verslaggevers met tegenzin te woord.
(2) Om vijf uur 's morgens kwamen we in een nog slapend Rotterdam aan.
(3) Een dichtgevroren Noordzee, hebben jullie dat wel eens gezien?
(4) We hebben dit jaar een vroege Pasen.
(5) Een Kalverstraat zonder winkels, dat is zoiets als (een) carnaval zonder bier.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina