|
|
Werking en referentiepunt liggen vóór het spreekmoment
|
[ 2·4·8·3·ii ]
|
|
Het presens kan ook uitdrukken dat de werking en het referentiepunt vóór
het spreekmoment liggen. Deze relatie kan symbolisch voorgesteld worden als:
w, r - s
Men noemt dit presens het 'praesens historicum' of 'historisch presens',
omdat het vrij vaak voorkomt in geschiedkundige werken. Maar het gebruik
ervan kan ook tot de levendige verteltrant behoren, vooral in de
gesproken taal. In het laatste geval is het
mogelijk dat in één zin een imperfectum en een presensvorm naast elkaar
voorkomen. Voorbeelden:
|
(1)
|
In 1584 wordt Willem de Zwijger te Delft vermoord.
|
|
(2)
|
Vanmorgen om zeven uur gaat de telefoon. Ik was net wakker, ik
denk: wat krijgen we nou?
|
|
(3)
|
Gisteren kom ik in de Kerkstraat Linda tegen. Ik zeg:
Wat doe jij hier nou? Ze zegt: Ik kom Peter opzoeken.
|
|
(4)
|
Toen werd ik zo woedend, dat ik tegen hem zeg...
|
|
|
|
|