Adposities zonder complement als naamwoordelijk deel van het gezegde
- Adposities zonder complement kunnen fungeren als naamwoordelijk deel van het gezegde.
- In dat geval wordt altijd het werkwoord zijn gebruikt, dat dan als koppelwerkwoord fungeert.
- Voorbeelden:(1)
- a. Het geld is op.
- b. De winkeldeur stond open, maar het licht was uit.
- c. Nog geen enkele stem is binnen.
- d. De brug over het Amsterdam-Rijnkanaal is af.
- e. Het hele brood is op, er zijn alleen kruimels over.
- g. Uw tijd is om.
- h. Alle plannen zijn rond, dus we kunnen eindelijk beginnen met bouwen.
- In veel gevallen zijn deze adposities zonder complement terug te voeren op scheidbaar samengestelde werkwoorden, bijvoorbeeld Het geld is opgemaakt in (1a), het licht was uitgezet in (1b), de stemmen zijn niet binnengekomen in (1c), etc. De partikels (resp. op, uit en binnen) zijn dan te beschouwen als restanten van deelwoorden van scheidbaar samengestelde werkwoorden (resp. opmaken, uitzetten en binnenkomen).
- In andere gevallen kan er soms een zelfstandig naamwoord(groep) als
complement bij een intransitieve adpositie worden gedacht,
zoals de mode in (2a) en (2b) en het plan in (2c) en (2d): (2)
- a. Hobbykoken is in.
- b. Strak design is uit.
- c. Er komt geen nieuwe wijk, want de buurtbewoners zijn tegen.
- d. De zaal mocht erover stemmen: 87 procent was voor.
- Sommige partikels die als naamwoordelijk deel van het gezegde fungeren
kunnen niet worden aangevuld met een zelfstandig naamwoord (als complement)
en zijn ook niet terug te voeren op scheidbaar samengestelde werkwoorden:
(3)
- a. Om kwart over drie is de school uit.
- b. Zeker voor de wedstrijd ben ik op van de zenuwen.>
- c. Het is dik aan tussen Kato en Manuel.
Verder lezen
Literatuur
Versiegeschiedenis
versie | redacteur(en) | datum | opmerkingen |
3.0 |