|
|
Nevenschikking van constituenten
|
[ 26·2·2·1 ]
|
|
Alleen de herformulerende, niet-exclusieve disjuncties kunnen constituenten
als leden hebben. Voorbeelden:
|
(1)
|
Hij kwam met zijn auto, of beter, met zijn gemotoriseerde
lijkkist.
|
|
(2)
|
Hij zat vlak achter, of in elk geval bijna vlak achter, zijn
geliefde.
|
De nevenschikking kan meer dan twee leden hebben; een aangepaste
formulering kan nog eens aangepast worden, bijv.:
|
(3)
|
Er was een cliënt, die hem wou spreken, of een aanstaande
cliënt, of althans iemand die zeer geïnteresseerd leek.
|
Uit zin (3) blijkt ook dat de nevenschikking gemakkelijk
gesplitst kan worden. Een ander voorbeeld is:
|
(4)
|
Hij is met zijn auto op reis geweest, of beter, met zijn
gemotoriseerde lijkkist.
|
|
|
|
|