Aard van de leden
 
[ 25·10·2·2·2 ]
 
De verbonden woorden of groepen zijn meestal bijwoordelijke bepalingen, bijv.:

(2) Hij schreef hetzij met een gouden pen, hetzij met een ganzeveer.
(3) Ze ontmoette hem hetzij in de stal, hetzij in de schuur.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina