Congruentie onderwerp - persoonsvorm
 
[ 25·4·2·1·4 ]
 
a Exclusieve disjuncties die als onderwerp fungeren, worden als de leden enkelvoudig zijn steeds met een enkelvoudige persoonsvorm verbonden, bijv.:

(11) De klérk of de wérkster moet het gedaan hebben.


 
b Verschillen de leden van exclusieve disjuncties in grammatisch getal, dan past de persoonsvorm zich in principe aan het dichtstbijzijnde lid aan. Vooral de constructies met enkelvoudige persoonsvorm zijn echter soms nauwelijks aanvaardbaar. Vergelijk:

(12a) Jij of wij zullen voor dat kind moeten zorgen.
(12b) Wij of jij zult voor dat kind moeten zorgen.   <<twijfelachtig>>
(13a) Floris of de meisjes zullen het gedaan hebben.
(13b) De meisjes of Floris zal het gedaan hebben.   <<twijfelachtig>>

In de praktijk vermijdt men dergelijke constructies zoveel mogelijk. Ze zijn te vermijden door herhaling van de persoonsvorm en, beter nog, door splitsing van de nevenschikking:

(12c) Wij zullen of jij zult voor dat kind moeten zorgen.
(13c) De meisjes zullen het gedaan hebben, of Floris.


 
c Niet-exclusieve disjuncties worden meestal met een enkelvoudige persoonsvorm verbonden. Alleen als bij de overeenkomstige conjunctie met en een meervoudige persoonsvorm verplicht is (zie , [2]) kan een niet-exclusieve disjunctie ook een meervoudige persoonsvorm hebben, maar ook dan heeft een enkelvoudige de voorkeur. Vergelijk:

(14a) Geen arts en geen advocaat zal zoiets beweren.
(14b) Geen arts of geen advocaat zal zoiets beweren.
(15a) Iedereen die moordt en iedereen die brand sticht, verdient een zware straf.
(15b) Iedereen die moordt of iedereen die brand sticht, verdient een zware straf.
(16a) Er is/zijn een man en een vrouw aan de deur geweest.
(16b) Er is een man of een vrouw aan de deur geweest.
(17a) Pieter en Dirk zullen uw koffers wel even naar boven brengen.
(17b) Pieter of Dirk zal/zullen uw koffers wel even naar boven brengen.


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina