Aantal leden
 
[ 25·2·2·1·1 ]
 
De aaneenschakelingen met alsmede en alsook kunnen twee- en meerledig zijn. In meerledige aaneenschakelingen staat het voegwoord alleen vóór het laatste lid. Vergelijk:

(1) Drie matrozen, alsook de kapitein, kwamen om het leven.   <formeel>
(2a) Drie matrozen, de tweede stuurman, alsook de kapitein, kwamen om het leven.   <formeel>
(2b) Drie matrozen, alsook de tweede stuurman, alsook de kapitein, kwamen om het leven.   <<uitgesloten>>


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina