Een naamwoordelijke constituent met een substantief als kern
 
[ 20·2·2·1 ]
 
Er zijn geen grammaticale beperkingen op substantivische constituenten die onderwerp kunnen zijn. Bij de onbepaalde constituenten kan of moet het presentatieve er optreden (zie ). Hieronder worden alleen enkele voorbeelden gegeven van verschillende soorten substantieven als (kern van een) bepaalde of categoriale constituent (de onderwerpen zijn gecursiveerd):

(1) Gisteren is Pieter weer naar Amerika vertrokken. (eigennaam; bepaalde constituent)
(2) Die zeeman met die grote snor is met pensioen gegaan. (persoonsnaam; bepaalde constituent)
(3) Deze bloemen groeien hier niet. (zaaknaam; bepaalde constituent)
(4) Is die melk nu al zuur? (stofnaam; bepaalde constituent)
(5) Deze vriendschap zal eens eindigen. (abstractum; bepaalde constituent)
(6) Een hond heeft meestal vier poten. (diernaam; categoriale constituent)
(7) Melk is goed voor kinderen. (stofnaam; categoriale constituent)
(8) Liefde is sterker dan de dood. (abstractum; categoriale constituent)


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina