|
(1)
|
Gisteren is Pieter weer naar Amerika vertrokken. (eigennaam;
bepaalde constituent)
|
|
(2)
|
Die zeeman met die grote snor is met pensioen gegaan.
(persoonsnaam; bepaalde constituent)
|
|
(3)
|
Deze bloemen groeien hier niet. (zaaknaam; bepaalde constituent)
|
|
(4)
|
Is die melk nu al zuur? (stofnaam; bepaalde constituent)
|
|
(5)
|
Deze vriendschap zal eens eindigen. (abstractum; bepaalde
constituent)
|
|
(6)
|
Een hond heeft meestal vier poten. (diernaam; categoriale
constituent)
|
|
(7)
|
Melk is goed voor kinderen. (stofnaam; categoriale constituent)
|
|
(8)
|
Liefde is sterker dan de dood. (abstractum; categoriale
constituent)
|