|
|
Weten ('zich kunnen herinneren')
|
[ 18·5·4·12·iii ]
|
|
Uitsluitend
regionaal
(beperkt tot Belgisch Nederlands) is de betekenis 'zich kunnen herinneren',
'nog weten dat', 'weet hebben van'. Dit weten wordt alleen in
voltooide tijden gebruikt (als vervangende infinitief). Het werkwoord wordt
gecombineerd met een infinitief zonder te. Het lijdend
voorwerp van de zin is tevens geïmpliceerd onderwerp van die infinitief.
|
(1)
|
Ik heb hem nog in een orkest weten spelen. (= 'Ik
kan me nog herinneren dat hij in een orkest speelde', 'Ik heb nog
meegemaakt dat hij in een orkest speelde')
<regionaal>
|
|
(2)
|
Ik heb hem daar nog weten wonen. (= 'Ik weet nog dat
hij daar woonde')
<regionaal>
|
|
(3)
|
We hebben ze nooit naar de kerk weten gaan. (= 'We
hebben nooit meegemaakt, we kunnen ons niet herinneren dat ze (ooit)...')
<regionaal>
|
|
|
|
|