Het achtervoegsel -waarts
 
[ 12·5·2·6 ]
 
Met het achtervoegsel -waarts worden op basis van substantieven bijwoorden gevormd met een richtingaanduidende betekenis, bijv. huiswaarts (gaan) ('naar huis (gaan)'). Het procédé wordt vooral gebruikt in de geschreven taal . Andere voorbeelden zijn:

hemelwaarts, kerkwaarts, dorpwaarts, schoolwaarts, stadwaarts, veldwaarts, zeewaarts, noordwaarts.

Verder komen er afleidingen voor met een bijwoord als grondwoord, bijv.

achterwaarts, bergafwaarts, binnenwaarts, derwaarts, herwaarts, stroomopwaarts.

Sommige hiervan hebben ook adjectivische valentie, bijv. opwaarts in een opwaartse druk .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina