|
Met behulp van de achtervoegsels -gewijs/-gewijze,
-erwijs/-erwijze en -wijs/-wijze worden
bijwoorden gevormd die de wijze aangeven waarop een bepaalde werking
plaatsvindt. De genoemde afleidingen komen voornamelijk in de
geschreven taal
voor. Het is voorshands niet duidelijk wanneer de achtervoegsels de vorm
met of zonder -e hebben (behalve uiteraard als de afgeleide
woorden als attributief adjectief gebruikt worden).
Het achtervoegsel -gewijs/-gewijze wordt gevoegd achter
substantieven. Na een medeklinker treedt meestal een tussenklank in de vorm
van een -s- op. Naar de betekenis kunnen
er twee groepen onderscheiden worden.
|
[1]
Voorbeelden van de eerste groep afleidingen zijn:
kringsgewijs,
kronieksgewijze,
processiegewijs,
steekproefsgewijs,
terrasgewijze,
zigzagsgewijs.
De betekenis van deze eerste groep bijwoorden kan omschreven worden met
'als, op de wijze van -'. Enkele voorbeeldzinnen:
|
(1)
|
De stoelen stonden amfitheatersgewijs opgesteld.
|
|
(2)
|
De leden van het academische corps trekken ieder jaar
processiegewijs door de straten van de historische binnenstad.
|
[2]
Een tweede groep vormen de afleidingen met een distributieve betekenis,
zoals
groepsgewijze ('per groep'),
gezinsgewijze ('per gezin') en
puntsgewijs ('punt voor punt, per punt'), respectievelijk in de
zinnen:
|
(3)
|
De kandidaten zullen groepsgewijze getentamineerd worden.
|
|
(4)
|
De eskimo's joegen in de zomer gezinsgewijs op de kariboe.
|
|
(5)
|
De commissie handelde de agenda puntsgewijs af.
|
Alleen in deze distributieve betekenis is het procédé productief. Verdere
voorbeelden van deze groep zijn:
broksgewijs,
druppelsgewijs,
ondernemingsgewijs,
paarsgewijze,
pelotonsgewijs,
ploegsgewijs,
sectiegewijs,
vakgroepsgewijs.
|
Sommige vormingen op -gewijs of -gewijze kunnen
in beide betekenissen voorkomen, bijv.
iets trapsgewijs opstapelen
('als, in de vorm van een trap'),
een trapsgewijze/stapsgewijze vooruitgang
('in trappen/stap voor stap'). Uit het laatste voorbeeld blijkt dat
dergelijke woorden soms ook attributief gebruikt kunnen worden. Een ander
voorbeeld van het gebruik als adjectief treft men aan in de groep
een sprongsgewijze ontwikkeling
.
Met -erwijs/-erwijze worden bijwoorden afgeleid van
adjectieven en van tegenwoordige deelwoorden. Voorbeelden van dit procédé
zijn:
menselijkerwijs,
noodzakelijkerwijze,
normalerwijze,
ongelukkigerwijze,
redelijkerwijze,
toevalligerwijs;
schertsenderwijze,
spelenderwijs,
vergelijkenderwijze,
vragenderwijs.
Als weinig gebruikelijke nevenvormen van de hierboven behandelde bijwoorden
komen enkele afleidingen op -wijs of -wijze voor
met als grondwoord een substantief of een werkwoordsstam (met de
tussenklank -s-). Voorbeelden zijn:
haakswijs,
kruiswijs,
speelswijs,
steelswijs,
spotswijs,
trapswijze.
|
|