De achtervoegsels -ator, -er en -aar
 
[ 12·3·1·4·v·1 ]
 
Met de achtervoegsels -ator, -er en -aar kan men van werkwoorden substantieven afleiden die in het algemeen een gebruiksvoorwerp noemen. De betekenis kan zowel actief als passief zijn ('voorwerp dat de werking verricht, respectievelijk ondergaat'). Het procédé is productief. De zaaknamen met het accent dragende -ator (accent op de a) worden afgeleid van werkwoorden van uitheemse oorsprong op beklemtoond -eren door -eren weg te laten en -ator daarvoor in de plaats te zetten. Van Nederlandse grondwoorden worden zaaknamen afgeleid door het onbeklemtoonde -er toe te voegen aan een werkwoordsstam. Voorbeelden met -ator en -er zijn respectievelijk:

condensator, isolator, polarisator, stabilisator, transformator, vibrator;
     bijsluiter, gieter, meter, opener, stamper, vlieger, wekker, wijzer

Voor de vorming van zaaknamen op -er gelden dezelfde regels als uiteengezet bij de vorming van mannelijke persoonsnamen (vergelijk ): na een basis op n of r verschijnt -der: boender, ontharder . Na een werkwoordsstam op l, m, r of n na een sjwa verschijnt -aar: schakelaar, ontwikkelaar .
     Zie voor zaaknamen op -er ook bij de samenstellende afleiding , voor de vorming van mannelijke persoonsnamen met het achtervoegsel -ator .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina