|
Het achtervoegsel -iaan (-aan) wordt gevoegd
achter een eigennaam om de (mannelijke) aanhangers of volgelingen van een
bepaalde persoon aan te duiden, bijv.:
Brechtiaan,
Freudiaan,
Hegeliaan,
Kantiaan,
Lutheraan,
Salesiaan.
Het achtervoegsel draagt de klemtoon. De vorm -iaan komt in
formaties afgeleid van grondwoorden die op een ie-klank,
-ia of -ius eindigen, daarvoor in de plaats, bijv.
Chomskyaan (met behoud van de y in de
spelling),
Zwingliaan,
Victoriaan;
Arminiaan
. Naast het grondwoord Aristoteles staat de afleiding
Aristoteliaan. De vorm -aan treedt in de plaats van
-us, bijv.
dominicaan,
franciscaan
. Hij komt verder voor in de woorden
Elizabethaan,
lutheraan,
mohammedaan,
Nietzscheaan
.
In de woorden Elizabethaan en Victoriaan heeft
het achtervoegsel de betekenis 'tijdgenoot van -'.
Geïsoleerde vormen zijn de niet van een eigennaam afgeleide woorden
Brahmaan,
presbyteriaan,
ultramontaan
.
Voor de met de genoemde substantieven corresponderende adjectieven zie
.
|
|