Het achtervoegsel -iaan (-aan)
 
[ 12·3·1·4·iii·4 ]
 
Het achtervoegsel -iaan (-aan) wordt gevoegd achter een eigennaam om de (mannelijke) aanhangers of volgelingen van een bepaalde persoon aan te duiden, bijv.:

Brechtiaan, Freudiaan, Hegeliaan, Kantiaan, Lutheraan, Salesiaan.

Het achtervoegsel draagt de klemtoon. De vorm -iaan komt in formaties afgeleid van grondwoorden die op een ie-klank, -ia of -ius eindigen, daarvoor in de plaats, bijv. Chomskyaan (met behoud van de y in de spelling), Zwingliaan, Victoriaan; Arminiaan . Naast het grondwoord Aristoteles staat de afleiding Aristoteliaan. De vorm -aan treedt in de plaats van -us, bijv. dominicaan, franciscaan . Hij komt verder voor in de woorden Elizabethaan, lutheraan, mohammedaan, Nietzscheaan .
     In de woorden Elizabethaan en Victoriaan heeft het achtervoegsel de betekenis 'tijdgenoot van -'.
     Geïsoleerde vormen zijn de niet van een eigennaam afgeleide woorden Brahmaan, presbyteriaan, ultramontaan .
     Voor de met de genoemde substantieven corresponderende adjectieven zie .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina