|
Met behulp van het niet-inheemse accentdragende achtervoegsel
-eer leidt men van substantieven (incidenteel van adjectieven;
vergelijk
) van (meestal) vreemde herkomst overgankelijke en onovergankelijke
werkwoorden af. De betekenis is niet systematisch te beschrijven: zo
betekent
alarmeren ' door een alarm waarschuwen', maar
triomferen ' een triomf vieren'. Het procédé is productief. Andere
voorbeelden zijn:
adresseren,
adviseren,
asfalteren,
bivakkeren,
duelleren,
groeperen,
importeren,
portretteren,
protesteren,
signaleren.
Behalve aanpassingen in de spelling, die een juiste uitspraak moeten
verantwoorden, komen er ook aanpassingen in de vorm voor ten opzichte van
het grondwoord. Wanneer het grondwoord op een -a of een
-o eindigt, verdwijnt deze vóór het achtervoegsel
-eer:
agenda - agenderen,
diploma - diplomeren;
giro - gireren,
torpedo - torpederen
Varianten van -eer zijn onder meer
-iseer (bijv.
magnetiseren,
motoriseren,
standaardiseren
) en -ueer (bijv.
accentueren,
effectueren
).
|
|