Algemene inleiding
 
[ 11·1 ]
 
1 Woorden als ach, verdorie, hoera, kukeleku, foei enz. worden tussenwerpsels of interjecties genoemd. Tot de tussenwerpsels zijn ook gevallen te rekenen als toe maar, nou en, lieve hemel en vele andere, waarbij het strikt genomen niet om woorden maar om combinaties van woorden gaat.
     In de reeks van de tien woordsoorten neemt de categorie 'tussenwerpsel' een heel aparte plaats in.
 
2 De tussenwerpsels onderscheiden zich vooral syntactisch van de andere woordsoorten, doordat ze geen enkele syntactische verbindingsmogelijkheid hebben: ze fungeren nooit als lid van een constituent of als zinsdeel en staan dus altijd buiten de grammatische structuur van een zin. Het tussenwerpsel heeft namelijk zelf de waarde van een zelfstandige taaluiting en kan het best omschreven worden als een uitroepende zin.
     Ook woorden die tot andere woordsoorten behoren, kunnen soms als zelfstandige taaluitingen optreden, dus zinswaarde hebben (bijv. Doorlopen!, Opgepast!, Binnen!, Stom!, Stilte! ). We beschouwen een woord echter alleen als tussenwerpsel wanneer het altijd of meestal op deze manier gebruikt wordt. Soms kan een woord zowel tot de tussenwerpsels als tot een andere woordsoort behoren. Zo wordt het woord helaas in voorbeeld (1) als bijwoord (getuige de inversie), in voorbeeld (2) als tussenwerpsel gebruikt:

(1) Helaas was hij weer te laat.
(2) Helaas! Hij was weer te laat.

Zie hiervoor verder .
 
3 Wat de betekenis betreft, maken we een onderscheid tussen klanknabootsende en niet-klanknabootsende tussenwerpsels. De eerste hebben geen lexicale betekenis. Kukeleku bijvoorbeeld is niets anders dan de weergave van het geluid door een haan voortgebracht en tiktak de weergave van het tikken van een klok. De andere tussenwerpsels hebben zinsbetekenis; ze drukken een houding uit ten opzichte van de werkelijkheid.
 
4 Over de vorm van tussenwerpsels valt op te merken dat ze geen vormveranderingen kunnen ondergaan. Hoogstens kunnen ze, ter versterking, herhaald worden, bijv. jaja, nounou, o-o-o!
 
5 Naar de klank ten slotte vormen de tussenwerpsels de enige woordsoort waartoe ook behoren:

·   woorden zonder klinker: pst, pf, st ;

·   woorden met klanken die in ons alfabet niet voorgesteld kunnen worden: t of t-t, uitgesproken als een zogenaamde click, d.i. een soort van ingeademde t; brr, waarbij door rr een trilling van de lippen wordt aangegeven;

·   woorden die eindigen op een korte klinker, bijv. bah, .

 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina