|
|
Schrijfwijze van samengestelde hoofd- en rangtelwoorden
|
[ 7·5·1 ]
|
1 |
De volgende hoofdtelwoorden schrijft men in één woord:
|
·
alle hoofdtelwoorden tot 100, bijv.:
eenentwintig,
zevenenveertig,
achtennegentig
·
alle veelvouden van honderd en duizend die
gevormd worden met een hoofdtelwoord tot 100 of met een veelvoud van 100,
bijv.:
driehonderd,
zestienhonderd,
vijfenzestighonderd;
zevenduizend,
vierennegentigduizend,
vijfhonderdduizend
|
|
|
2 |
De volgende hoofdtelwoorden schrijft men niet aan elkaar:
|
·
alle hoofdtelwoorden boven 100 (maar niet de veelvouden van 100), bijv.:
honderd (en) een,
tweehonderd vijfendertig,
negentienhonderd tachtig,
vijftienduizend negenhonderd (en) twaalf
·
alle veelvouden van duizend die gevormd worden met één van de
hier vlak boven genoemde hoofdtelwoorden, bijv.:
honderd (en) een duizend,
achthonderd (en) zevenentwintig duizend
·
alle veelvouden van een miljoen, een
miljard, enz., bijv.:
eenentwintig miljoen,
dertig miljard
|
|
|
3 |
De van de hoofdtelwoorden uit 1 en 2 afgeleide
rangtelwoorden worden op analoge wijze gespeld, bijv.:
eenentwintigste,
zevenduizendste,
tweehonderd vijfendertigste,
eenentwintig miljoenste
|
|
|
|