Zo'n en zulke als inleiding van een naamwoordelijke constituent
 
[ 5·10·4 ]
 
Ook zo'n en zulke kunnen als uitroepende voornaamwoorden fungeren. Ze komen uitsluitend voor in naamwoordelijke constituenten die in hun geheel als zin dienst doen. Daarbij wordt zo' n verbonden met substantieven in het enkelvoud, zulke met substantieven in het meervoud. Ook hier wordt weer een negatieve of positieve waardering uitgedrukt. Voorbeelden:

(1) Zo'n lief kind toch!
(2) Zo'n hufter! Je zou hem bij het groot vuil zetten!
(3) Foei, zulke heethoofden!


 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina