De vormen
 
[ 5·9·3·1 ]
 
Een overzicht van de in de ANS als niet-collectiverend onbepaald voornaamwoord of equivalent daarvan behandelde vormen wordt gegeven in schema 5.19. schema 5.19: De niet-collectiverende onbepaalde voornaamwoorden en equivalenten.

niet-zelfstandig zelfstandig
(een) zeker(e);
(de/het) een of ander(e),
deze of gene;
welk(e)...ook (maar),
onverschillig/om het even/gelijk/eender welk(e);
de/het eerste (...) de/het beste;
iemand, niemand;
de een of ander,
deze of gene;
wie/wat/welk(e)...ook (maar),
onverschillig/om het even/gelijk/eender wie/wat/welk(e);
de/het eerste (...) de/het beste;
iets, niets, wat,
het een of ander, (het) een en ander;
enig(e), enkele, wat,
een paar, sommig(e),
deze en gene;
verscheidene, verschillende,
ettelijke, menig(e);
enig(e)(n), enkele(n), wat,
een paar, sommig(e)(n),
deze(n) en gene(n);
verscheidene, verschillende,
ettelijke, menig(e);
menigeen;
genoeg, voldoende, zat;
die en/of die, dat en/of dat,
dit en/of dit, dit en/of dat
genoeg, voldoende, zat;
die en/of die, dat en/of dat,
dit en/of dit, dit en/of dat

Niet in het schema opgenomen zijn de genitiefvormen andermans, iemands en niemands en een aantal andere buigingsvormen .
 
vorige pagina De voor dit onderdeel gebruikte literatuur volgende pagina