|
|
Andere variatie
|
[ 0·6·2·4 ]
|
1 |
De stijlgebonden en streekgebonden
variatie kunnen ook op verschillende manieren gecombineerd
voorkomen.
Zo wordt een vragend voornaamwoord in afhankelijke zinnen vaak gevolgd door
of, bijv. in Ik weet niet wie of het gedaan
heeft, maar alleen in informeel taalgebruik en in een deel van het
taalgebied (Nederland). Het gaat hier dus om 'informele regionale' of
'regionale informele' taal. Als label wordt in zo'n geval '
<
informeel, regionaal
> ' gebruikt.
Een ander geval is het wederkerig voornaamwoord mekaar. In
Nederland is dit een vorm die heel gebruikelijk is in gesproken taal, maar
vrijwel nooit geschreven wordt, dus tot de informele taal behoort. In
België is deze vorm voor velen algemeen bruikbaar, in gesproken en
geschreven taal. De vorm mekaar heeft dus een regionaal aspect,
in zoverre hij in verschillende delen van het taalgebied een verschillende
status heeft; een informeel aspect, in zoverre hij in een deel van het
taalgebied alleen in informele taal voorkomt. In een dergelijk geval wordt
als labeling '
<
informeel
>,
<
regionaal
> ' gebruikt.
De juiste interpretatie van de bij combinatie van stijl- en streekgebonden
variatie voorkomende labels kan uiteraard altijd opgemaakt worden uit de
formulering van de beschrijving.
|
|
2 |
Vaste uitdrukkingen worden, ook als ze
elementen of structuren bevatten die op zichzelf beschouwd stijl- of
streekgebonden zijn, tot de standaardtaal gerekend. Zo wordt het gebruik
van het possessieve lidwoord
in
Met de hoed in de hand komt men door het ganse land
niet regionaal en het gebruik van de genitief des huizes in
de heer des huizes
niet formeel genoemd.
|
|
3 |
Behalve stijl- en streekgebonden varianten kunnen ook
groepsgebonden varianten onderscheiden
worden. Van een klein aantal varianten wordt in de ANS vermeld
dat ze tot een bepaalde vak- of
groepstaal behoren. Labeling is echter achterwege
gelaten. Deze varianten behoren, omdat ze niet-algemeen zijn, niet tot de
standaardtaal, maar ze zijn in de tekst en in figuur 0.
1
vanwege hun geringe aantal niet als afzonderlijke categorie vermeld.
|
|
4 |
In de beschrijving van de taalverschijnselen wordt nu en dan gezegd dat
iets 'gewoner' of 'gebruikelijker' is dan iets vergelijkbaars, dat het 'de
voorkeur' heeft, dat het 'normaal' is en dergelijke. Dergelijke termen
wijzen steeds op variatie binnen de standaardtaal die niet verder
gecategoriseerd wordt.
|
|
|
|